Eerste Dordtse mini coaches komen op gang

In het waterpolo mag hij dan misschien wat rustiger zijn, maar in zijn werk is Robert nog steeds bloedfanatiek en vooruitstrevend. Als vakleerkracht op IKC De Wereldwijzer maakt hij zich hard voor kwalitatieve beweegmomenten voor ‘zijn’ leerlingen. In de wens om pauzemomenten op het plein effectiever en actiever te benutten heeft hij in samenwerking met een buurtsportcoach van de gemeente Dordrecht een inspirerende pilot opgestart. Hierbij zijn leerlingen uit groep 7/8 zijn opgeleid tot Mini coach, de eerste Mini coaches in Dordrecht.

Mini coaches zijn geen kleine touringcars, zoals Google suggereert als je de naam intikt. Het zijn wel jonge sportcoaches die nog jongere leerlingen bij sport en spel op het schoolplein begeleiden.

Het interessantste is als je ze ziet groeien als ze zien dat het werkt

Robert vertelt hoe dat werkt: “We hebben uiteindelijk 13 kinderen geselecteerd, die door buurtsportcoach Cornell in 10 bijeenkomsten zijn klaargestoomd om op het schoolplein aan de slag te kunnen. We hebben op de Wereldwijzer kinderen uit een zeer gevarieerde culturele achtergrond, en soms kost het wel wat moeite om de ouders te overtuigen van de meerwaarde van dit project voor hun kind. We willen bereiken dat alle kinderen, dus niet alleen diegenen met een bewegingsachterstand, meer bewegen én dat de pauzemomenten op het plein effectiever en actiever worden gebruikt.”

Cornell licht toe: “De groepjes die de Minicoaches bij toerbeurt begeleiden bestaan uit maximaal 8 leerlingen uit verschillende niveaus. De coaches gebruiken kaarten waarop staat hoe ze een spel moeten uitleggen, opstarten, aan kunnen passen en uiteindelijk leiden door de regels te handhaven. Het inzicht verwerven wanneer je een spel moeilijker of makkelijker moet maken, dus aanpassen aan het niveau van de spelers, is het moeilijkste gedeelte.”

“Het gaat niet alleen om het bewegen”, wijdt Robert uit, “Het is voor de kinderen ook een hele nieuwe rol, waarin er naar ze geluisterd wordt en ze de leiding hebben. Er is altijd een docent aanwezig, maar ze voelen toch ook zelf de verantwoordelijkheid. Het interessantste is als je ze ziet groeien als ze zien dat het werkt.”

Igor (11 jaar), één van de opgeleide Minicoaches, kon toen hij op school kwam heel slecht tegen zijn verlies en werd regelmatig driftig, bovendien had hij nog moeite met de Nederlandse taal. Robert heeft hem zien veranderen.
“Ik ben heel erg trots dat ik minicoach ben,” begint Igor, “Het is wel spannend, je voelt je een beetje als een meester. Meester Cornell heeft ons geleerd hoe we de kaarten moeten gebruiken. Er zijn veel manieren om een spel aan te passen. Je kan een veld kleiner maken, of juist groter, dan wordt het moeilijker. Soms is het lastig omdat de kinderen niet goed luisteren, dan houden ze de stick omhoog, terwijl ik gezegd heb dat het gevaarlijk is. Als ik nog een keer zeg, luisteren ze wel. Ik heb echt een heel erg fijn gevoel als ik het doe en als ik het gedaan heb. Vroeger kon ik heel slecht tegen mijn verlies, ging ik stampen en werd heel driftig, nu zeg ik ‘morgen pak ík de winst’.”

De sociale en emotionele ontwikkeling is fantastisch om te volgen.

Om zijn motivatie in zijn werk toe te lichten zegt Robert: “Vroeger speelde ik heel fanatiek waterpolo en dat is wat rustiger geworden, sinds ik een gezin heb met kinderen. Maar in mijn werk ben ik nog bloedfanatiek, ik zit in de Sportraad, en de uitdaging is om meer Dordtenaren aan het sporten te krijgen. Als ik zie hoe Igor veranderd is, mede door het sporten en zijn minicoaching, weet ik, ja daar doe ik het voor. Zijn sociale en emotionele ontwikkeling is fantastisch om te volgen.”

Als het gesprek nagenoeg afgelopen is, heeft Igor nog een tip voor Robert, “Je moet een filmpje maken van een minicoach die bezig is, dan snappen de nieuwe coaches het beter.” Een instructiefilmpje, zeg maar.

Geïnteresseerd in het project Mini coach voor jouw school?

neem dan contact op met de sportregisseur in jouw gebied

(Tekst & fotografie: Ronald van den Heerik)

Delen